dinsdag 13 december 2016

Museumplein

Historisch én modern

Een levendig en groen plein, waar veel Amsterdammers graag toeven: zo kennen we het Museumplein van nu. Dit wereldberoemde plein is niet altijd zo geweest, het heeft in de loop van de tijd grote veranderingen doorgemaakt.

Wereldtentoonstelling
Het Museumplein ontstond in 1883, toen de Wereldtentoonstelling in Amsterdam plaatsvond. De plek die hiervoor werd uitgezocht lag in Amsterdam-Zuid, aan de Van Baerlestraat. Toen de Wereldtentoonstelling voorbij was, zag iedereen dat dit dé plek was voor een plein. Zo gezegd, zo gedaan. Toen in 1885 het Rijksmuseum er zijn deuren opende, was het ‘Museumplein’ geboren, maar pas 18 jaar later werd deze naam officieel vastgelegd.

Bunkers
Een Museumplein met maar één museum kon natuurlijk niet: in de loop van de tijd vestigden zich dan ook andere musea aan het plein. Eerst het Stedelijk museum in 1895 en later het Van Gogh museum in 1973. In de begintijd was het een vrij kale vlakte, afgezien van het gebouw van de Amsterdamse IJsclub. Opvallend is dat tijdens de Tweede Wereldoorlog Duitse bunkers werden gebouwd op het plein. Dat kun je je nu bijna niet meer voorstellen, als je naar de groene grasvelden en vrolijke groepjes mensen kijkt. Na de oorlog werden de bunkers met geweldige explosies opgeblazen. Omdat het stadsbestuur eerst bang was dat het hele plein zou worden verwoest, durfden ze dit pas in 1953 aan.

Transformatie
De grote transformatie van het Museumplein vond tientallen jaren na de verwijdering van de bunkers plaats. In 1999 werd het opnieuw ingericht door de Zweedse landschapsarchitect Sven Ingvar Andersson. Schuin tegenover het Concertgebouw kwam een ondergrondse parkeergarage en een ondergrondse supermarkt. Hierboven ontstond het ‘ezelsoor’ dat we nu zo goed kennen: een schuin oplopend stuk gras. Ruime grasvelden met brede voetpaden sieren het plein nu, rond een grote vijver tegenover het Rijksmuseum. 

Het Museumplein veranderde, kort door de bocht gezegd, van een bestraat plein met bomen tot open grasvelden met voetpaden en een vijver. Het plein werd ruimtelijk en licht in plaats van somber en grijs. Voor veel mensen is het dan ook een geliefde plek. Op de terrassen, de vele bankjes, maar ook in het gras is het bij mooi weer een gezellige drukte. Zelfs in de winter is het Museumplein verre van verlaten en stil: zoals er vroeger al werd geschaatst door de Amsterdamse IJsclub, is er ook nu nog een ijsbaan te vinden, die in de winter wordt opgebouwd ín de vijver.

Museumpark - Peter Grondhuis from Peter Grondhuis on Vimeo.

Moderne aanbouw
Het Concertgebouw uit 1888 aan de van Baerlestraat, tegenover het Museumplein, is de moeite waard om nog los te noemen. Het gebouw heeft namelijk, net als het plein zelf, een grote verandering doorgemaakt. In de jaren tachtig van de twintigste eeuw is het grootschalig gerenoveerd. Een opvallende, moderne aanbouw werd aan de oostzijde van het gebouw geplaatst, ontworpen door architect Pi de Bruijn. Deze aanbouw zorgde voor verschillende reacties. Sommige Amsterdammers vinden het: “vreselijk, zo’n modern ontwerp aan een historisch pand”, anderen vinden het juist: “bijzonder, deze combinatie van oud & nieuw”. Een vergelijkbare, grootschalige verbouwing vond een aantal jaren geleden plaats bij het Stedelijk Museum. Een moderne, witte aanbouw van architect Mels Crouwel: ‘de badkuip’, zoals het in de volksmond wordt genoemd, werd aan het oorspronkelijke gebouw geplaatst. En ja hoor, de reacties op deze nieuwbouw zijn precies hetzelfde als bij het Concertgebouw. Meningen verschillen nu eenmaal.


Historisch én modern
Het Museumplein is een plein met historie én veel moderne aspecten. De combinatie daarvan is kenmerkend voor dit Amsterdamse plein. Een plein dat in de loop van de jaren veranderde, maar tóch zichzelf bleef. Een plein met karakter en gezelligheid, waar cultuur en ontspanning elkaar afwisselen. Kortom: een typisch Amsterdams plein.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten